Skip to content

't Goed Seesink

In het Land van den Bergh, een bannerheerlijkheid waartoe ’s-Heerenberg en de heerlijkheden Didam, Etten, Zeddam, Gendringen, Netterden en Westervoort behoorden, vestigde zich tussen 1100 en 1125 Constantinus de Melegarde of zoals hij zich vanaf dat moment noemde Constatinus de Monte. Het is de oudst bekende heer Van den Bergh. De heren Van den Bergh verbleven aanvankelijk op Montferland. Maar stichtten in 1250 het Huis Bergh, een kasteel in de stad ’s-Heerenberg.

Op deze uitsnede van de ‘Uebersichts Karte dis Fürstlich Hohenzollernschen Grund’ is rechts van WISCH ’t Goet Seesink met naast de Binnen Beek de boerderij Zeesink te zien.

De tak van Constantinus stierf in 1416 uit en werd opgevolgd door de heren van der Leck. Oswald I van den Bergh verwierf in 1486 de graventitel. Vanaf 1486 was het niet langer een bannerheerlijkheid, maar het (rijks-) graafschaps Bergh.

Tot de bezittingen van de graven van den Bergh behoorde sinds 1486 ook een deel van Wisch. Dit deel van Wisch is de toenmalige heerlijkheid, bestaande uit Terborg, Silvolde en Varsseveld van Hendrik, de heer van Homoet en Wisch. Het gebied kwam door verkoop van Hendrik aan de heer Oswald I van den Bergh in handen van Huis Bergh en werd ook genoemd Berghs Wisch.

’t Goet Seesink behoorde tot de bezittingen van het Huis Bergh. Het is het gebied rond de boerderij Seesink en ligt in de Binnenheurne; een buurtschap dat ligt tussen de dorpen Varsseveld, Sinderen, Silvolde en Westendorp.

Op deze kaart van de Gemeente Wisch wordt de Binnenheurne aangegeven.

Het bestond voor een zeer groot deel uit bos en omvatte 200 jaar geleden ook alle grond van de nu tegenover liggende boerderij de Poldert met het er achter liggende stuk grond, dat kortgeleden voor recreatie is gebruikt en een deel van het Idinkbos. Ook de grond van de in 1875 en 1936 gebouwde boerderijen, respectievelijk Nieuw Seesink en Nj Seesink maakte er deel van uit. De pachters hielden zich vooral bezig met de   ontginning van het gebied. Via ’t Goet Seesink stroomt vanuit Varsseveld de Binnen Beek (nu Seesinkbeek) richting Terborg

In de periode van 1568 tot 1648 was er in de Nederlanden een strijd gaande tegen het Spaanse Rijk onder koning Filip II, landsheer der Nederlanden, en zijn opvolgers Filips III en Filips IV. In de eerste twintig jaar van deze Tachtigjarige Oorlog was er sprake van een opstand, een burgeroorlog. Het Huis Bergh had vooral in die tijd veel te lijden van het oorlogsgeweld. Het is ook de periode waarin Berendt Zesinck, de eerste pachter met de naam Seesink, in verband wordt gebracht met de geuzen. In de periode van 1581 tot en met 1583 wordt ritmeester Berndt Seisink of Seisinck genaamd Kervell maar ook andersom Berndt van Kervell alias Seisinck genoemd in verschillende documenten van Huis Bergh waarbij het bijvoorbeeld gaat om de aanvoering van 40/50 ruiters voor de graaf Willem IV van den Bergh. Willem IV van den Bergh, een zwager van Willem van Oranje, en zijn zoons vochten eerst aan Staatse, later aan Spaanse zijde om uiteindelijk aan Staatse zijde te eindigen.

Na Willem IV van den Bergh (1537-1586) waren er nog de graven Herman (1586-1611), Albert (1611-1656) en Oswald III (1656-1712). Deze laatste graaf is degene die op de boerderij Seesink verbleef. Eerst tijdens een jachtpartij in 1677/1678 en daarna bij de Sint Hubertusjacht in 1683.

De pachters op ’t Goet Seesink waren na Berendt Zesinck tot 1712 achtereenvolgens Garrit Sesinck (1581-1599), Johan Cessingh (1602-1629), Gerlich Sesinck/Vogel (1630-1682), Johannes Seijssinck (1683-1719).

De kaart met in het lichtblauw de Seesinkbeek is gebaseerd op een kaart uit deze atlas van Huis Bergh met ’t Goet Seesinck omstreeks 1754.

Met Oswald III van den Bergh stierf het huis Van der Leck in 1712 in mannelijke lijn uit. Via zijn dochter Maria Clara, die was gehuwd met de vorst Maximiliaan van Hohenzollern-Sigmaringen, ging het land van den Bergh over op het huis Hohenzollern-Sigmaringen. Zij stond haar rechten af aan haar kleinzoon Frans Willem (1712-1737), die daarmee het nieuwe geslacht Hohenzollern-Bergh stichtte. Frans Willem werd in 1737 opgevolgd door zijn zoon Johan Baptist (de dolle graaf, die in 1754 opdracht gaf tot kartering van de goederen Seesink en Harterink). Hij stierf kinderloos, waardoor Bergh in 1781 weer in het bezit kwam van de hoofdtak Hohenzollern-Simaringen, die zich verder weinig met het gebied bemoeide. 

In die tijd waren de pachters van de boerderij Jan Seijssinck (1720-1754), Steven Seesink (1754-1774), zijn zwager Frerik Elshof (1775-1791), diens zoon Jan Elshof (1791-1813).

Na de stichting van Bataafse Republiek, werden de heerlijke rechten in 1795 afgeschaft. Op 1 maart 1796 kwam voor het eerst in de Nederlandse geschiedenis een nationaal en democratisch gekozen parlement bij elkaar. Aan de Bataafse Republiek kwam in 1806  een einde. Het Koninkrijk Holland werd opgericht met Lodewijk Napoleon Bonaparte op de troon als koning Lodewijk I. De Franse tijd in Nederland duurde van 1795 tot 1813.

In 1815 werd het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden gesticht en de heerlijke rechten slechts ten dele hersteld. Het land werd deel van de provincie Gelderland. Johan Iltink, getrouwd met de schoonzus van Steven (1814-1848) en Wessel Wisselink, afkomstig van de boerderij Groot Seesink in Heelweg, waren toen de pachters van de boerderij.

In 1845 werd een plan gemaakt voor grote vernieuwingen aan de boerderij en van 1866 tot 1876 volgde een periode van vernieuwing, verbouwing. In 1874 wordt door Huis Bergh ’t Goet Seesink verkocht aan de pachter Wessel Wisselink en gaat de boerderij later over op zijn weduwe Grada Johanna Gussinklo, haar zoon Gerrit Jan Wisselink, zijn echtgenote Barendina Wilhelmina Gussinklo en vervolgens op haar kinderen.

Naast ’t Goet Seesink werden ook stukken grond gepacht zoals het Spekslag, de Nagelstede, Nibbelingslag en Heijdenkamp.

Een overzicht van ’t Goet Seesink met de Seesinkbeek, de Seesinkvloetstraat met op de achtergrond de boerderijen Nj-Seesink, ’t Olde seesink, Nieuw Seesink.

Een overzicht van ’t Goet Seesink met de Seesinkbeek langs het Idinkbos.

1850 Zeesink - binnen
1888 Het Binnen beekje bij de boerderij Zeesink
1914 Het Binnen beekje bij de boerderij Zeesink en spoorweg
1927 Binnen beekje bij de boerderij Zeesink en spoorweg
1954 Zeesink bij de boerderij Zeesink
1966 Seesinkbeek bij de boerderij Seesink
1975 Seesinkbeek bij de boerderij Seesink
1987 Seesinkbeek bij de boerderij Seesink
2000 Seesinkbeek bij de boerderij ’t Olde Seesink
2011 Seesinkbeek bij de boerderij ’t Olde Seesink
Vorige slide
Volgende slide

HISTORIE

In het Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden (door A.J. van der Aa, 11e deel, 1848) staat geschreven onder Varsseveld of Varseveld op blz. 531 t/m 532 het volgende:

Varsseveld of Varseveld, oudtijds Wasafelde, later Versselt, d. in het graafs, Zutphen, kant. en 1½ u. N.O. van Ter-Borg, gem. Wisch. Dit d. wordt gehouden voor het oude Wastervelde, vermeld in 828, als zijnde daarvan de goederen, door zekeren Gerwerd de Hooge, aan de St. Maartenskerk te Utrecht geschonken. Volgens sommigen zou dit dorp zijnen naam ontleenen van een Romeinsch legerhoofd, Varus, die hier eene bezetting had, in eenen burgt, waarvan bij het graven van fundamenten nog de dubbele ringvormige diepe grachten ontdekt worden. Een dezer digt gemaakte grachten, die thans tot weg dient, wordt nog de Burgtgracht genoemd. De ingezetenen, die op deze grachten wonen, zijn genoodzaakt hunne huizen op paal- of boogwerk te bouwen. In den omtrek van den burgt ½ en ¾ u. daarvan verwijderd, schijnen kleinere forten te hebben gestaan, waarvan nog de sporen overig zijn op de tegenwoordige boerenerven Mellink, Remmelink, Wisselink, Sesink, Oberink, Schilderink en andere.

Uitzicht op een deel van ’t Goet Seesink.

Een buurtschap is een kleine bewoonde plaats met een eigen naam en vaak zonder duidelijk middelpunt zoals een kerk of marktplein.

Een heerlijkheid is een bezitting van een heer waaraan bepaalde heerlijke rechten zijn verbonden.

Een bannerheerlijkheid is een gebied dat eigendom was van een baanderheer. Een feodaal heer die een hogere rang in de ridderlijke hiërarchie bezat.

Een republiek die het grootste gedeelte van het huidige Nederland omvatte.

Een graafschap is een gebied bestuurd door een graaf.

Hierin was Nederland van 1795 tot 1810 bezet door Frankrijk, en maakte van 1810 tot 1813 deel uit van het eerste franse keizerrijk onder Napoleon Bonaparte.